We kunnen vier bits stoppen in een hexadecimaal getal omdat 16 een macht van twee is. Dus een groep van vier bits vertegenwoordigt een waarde tussen 0 en 15 en een hexadecimaal getal vertegenwoordigt ook waardes van 0-15 (met 0-9 en A-F). Dit maakt het makkelijker om te wisselen tussen binair en hexadecimaal dan tussen veel andere talstelsels.
Hexadecimaal is een abstractie van binair: We gebruiken hexadecimale getallen om binaire getallen af te korten tot iets leesbaars.
Je kan altijd een tabel zoals hieronder maken als je er een nodig hebt.
binair | hexadecimaal |
---|---|
00002 | 016 |
00012 | 116 |
00102 | 216 |
00112 | 316 |
01002 | 416 |
01012 | 516 |
01102 | 616 |
01112 | 716 |
10002 | 816 |
10012 | 916 |
10102 | A16 |
10112 | B16 |
11002 | C16 |
11012 | D16 |
11102 | E16 |
11112 | F16 |
Om een binair getal te vertalen naar hexadecimaal, (bijvoorbeeld 11010111012) begin door het getal te splitsen in groepjes van vier bits, van rechts naar links (zoals dit: 11 0101 1101).
Bepaal dan de waarde van iedere groep en schrijf het corresponderede hexadecimale getal op (kijk in de tabel rechts).
Bijvoorbeeld: 112 = 316, 01012 = 516, en 1101 = D16. Dus, 11010111012 = 35D16.
Om een hexadecimaal getal (zoals 4E116) te vertalen naar binair, schrijf je ieder hexadecimaal cijfer als een groep van vier bits (inclusief álle nullen).
Bijvoorbeeld: 416 = 01002, E16 = 11102, and 116 = 00012. So, 4E116 = 0100111000012 of 100111000012 omdat we nullen aan het begin weg kunnen laten zodra we alle cijfers op hun plek hebben staan.
Een pixel is een enkele gekleurde stip op een computerscherm. Het staat voor "picture element", wat afbeeldingselement betekent.
Computers kunnen verschillende manieren gebruiken om kleuren te vertegenwoordigen, afhankelijk van het doel. Bijvoorbeeld, drie-kleurig RGB (rood, groen, blauw) wordt gebruikt voor schermdisplays en vier-kleurig CMYK (cyaan, magenta, geel, zwart) wordt gebruikt om te printen. Op een scherm krijgt iedere pixel een RGB-waarde toegekend die de intensiteit van rood, groen en blauw van de kleur bepaalt. Deze drie kleurintensiteiten hebben een waarde tussen de 0 en 255 (1 byte per kleur), wat 00 en FF in hexadecimale notatie is.
Als (R, G, B) = (128, 0, 255), dan is de kleur paars: een beetje rood en zo veel blauw mogelijk, maar geen groen. Als alle drie de kleuren zo fel mogelijk zijn (allemaal 255), krijgen we wit; als ze allemaal zo donker mogelijk zijn (allemaal 0), krijgen we zwart. In plaats van (255,255,255) te schrijven voor wit en (0, 0, 0) voor zwart, gebruiken we vaak hexadecimale notatie: FFFFFF en 8000FF. En deze kleur is rood 255, groen 127 en blauw 0 , wat in hexadecimaal FF7F00 is.
Soms wordt een vierde getal gebruikt voor transparantie zoals het spookeffect in je eerst BJC project in Hoofdstuk 1 Les 1 .
RGB werkt goed voor licht , zoals de kleine lichtjes in je computerscherm, dus het is handig voor computers. Maar het is niet handig voor printers: geen enkele combinatie van rood, groen en blauw gemengd op papier geeft je zwart. Als je geen enkele van de kleuren op papier zet blijft het papier gewoon wit en kunstenaars weten dat rood en groen mengen geen geel geeft (maar dat is wel hoe je geel met licht maakt: FFFF00). Inkt en verfkleuren worden weergegeven met CMYK: Cyaan, Magenta, Geel en Zwart. En sommige kleuren zoals bruin en donkerrood zijn moeilijk om te krijgen met RGB-waardes zelfs voor licht-displays. Een ander kleurensysteem heet HSB wat staat voor Hue (Tint), Saturation (Verzadiging) en Brightness (Helderheid)