In deze les werk je aan een woordpuzzeloplosser. Deze zoekt in een woordenlijst en rapporteert woorden met specifieke kenmerken.
Op deze pagina kijk je naar predikaten en bouw je er zelf een paar die je in andere projecten kunt gebruiken.
Een predikaat is een blok dat altijd een boolean waarde meldt.
Predikaten rapporteren alleen
of
In Snap!
worden predikaatblokken weergegeven met zeshoekige blokken.
Je bent predikaten al eens eerder tegengekomen. Predikaten verwerken de voorwaarden die gebruikt
worden door voorwaardelijke blokken, zoals als
of herhaal
tot
, om te beslissen wanneer ze iets moeten doen.
Predikaten stellen een vraag, bijvoorbeeld:
'Bezit de spelerlijst het antwoord
van de speler?'
of 'Raakt deze sprite de sprite aan die 'Sprite' heet?'
Je zult misschien één of meer van zulke Boolean-operatoren handig vinden
voor het tussen?
blok.
Je kunt kiezen of je het tussen?
blok de twee grens-getallen bevat of niet. Je
kunt dit later nog veranderen, afhankelijk van waar je het blok gebruikt.
Veel talen gebruiken return
in plaats van rapporteer
als naam van het commando dat een waarde terug te geven aan het einde van een functieaanroep.
tussen?
om een script te schrijven dat ervoor zorgt dat je met de muis met drie kleuren
kunt schrijven, afhankelijk van je plek op het speelveld.modulo
blok.
Het blok rapporteert wat overblijft nadat het eerste getal is gedeeld door het tweede. rapporteert bijvoorbeeld 2, omdat wanneer 17 wordt gedeeld door 5, er 2 overblijft. Wanneer een getal een ander getal gelijkmatig deelt, dan blijft er geen rest over. Dus rapporteert 0.
modulo
.deelbaar
predikaat om een ander predikaat te bouwen dat test of de invoer
even is. even?
blok gebruiken om een muur
van baksteen te tekenen.
waar
meldt als num minder or gelijk is aan 23. ALS (ONTBREKENDE VOORWAARDE) { LAAT ZIEN "Dit getal is oneven." }
modulo
blok rapporteert het overgeblevene wanneer
het eerste getal wordt gedeeld door het tweede getal. Of een nummer even of oneven is,
hangt af of het gedeeld kan worden door 2. modulo
blok rapporteert het overgeblevene wanneer
het eerste getal wordt gedeeld door het tweede getal. Of een nummer even of oneven is,
hangt af of het gedeeld kan worden door 2.