Op deze pagina lees je hoe encryptie wordt gebruikt om auteursrechten af te dwingen.
Computers en het internet zorgen voor de vrije uitwisseling van media, maar kunnen ook worden gebruikt om dit te voorkomen. Veel digitale media worden verspreid in versleutelde vorm. Kopers (of hun vrienden) kunnen de media niet afspelen zonder de bijgeleverde software die nodig is om het te ontsleutelen, en de software zal weigeren dit te doen tenzij aan bepaalde voorwaarden wordt voldaan. Deze voorwaarden kunnen alles zijn wat de uitgever wil. Misschien kan een bestand alleen afgespeeld worden op een bepaald apparaat. Misschien mogen er geen twee kopieën bestaan met hetzelfde serienummer. (Om dit te controleren maakt de software verbinding met een DRM server via het internet.) Of misschien is het bestand op een bepaalde datum verlopen en kan het nooit meer gebruikt worden.
DRM software is een grote verandering in het sociale contract. Vergeet niet dat het idee van auteursrecht is dat het uiteindelijk vervalt en het werk in het publieke domein komt, vrij kopieerbaar door iedereen. DRM geeft uitgevers de mogelijkheid van twee walletjes te eten! Ze hebben auteursrechtelijke bescherming gedurende de tijd dat een werk het meest populair is en ze hebben voor altijd DRM-bescherming. De macht van de uitgever over het materiaal eindigt nooit.
De DMCA is een Amerikaanse wet die in werking trad in 1998. Deze wet maakt het een misdaad om erachter te komen hoe je kan een DRM-systeem kan omzeilen, ongeacht of het auteursrecht daadwerkelijk wordt geschonden. Het beschermt internetproviders en websitebeheerders tegen boetes voor auteursrechtschendingen door derden. Als je bijvoorbeeld een video met auteursrecht op YouTube plaatst, is YouTube niet aansprakelijk, op voorwaarde dat de beheerder (YouTube) het inbreukmakende materiaal verwijdert zodra ze op de hoogte worden gesteld van de schending. Als degene die het materiaal heeft geplaatst vindt dat het auteursrecht niet wordt aangetast, is het aan hem of haar om dat te bewijzen.
Het Europees Hof staat op hetzelfde standpunt: dat onlineplatforms zoals YouTube maken 'op dit moment in principe niet zelf een communicatie naar het publiek als gebruikers illegaal auteursrechtelijk beschermd materiaal delen'. Wel is de Europese E-commerce richtlijn wat anders dan de DMCA, met name wat betreft de zogenaamde notice-and-takedown, wat gaat over het offline halen van inbreukmakende content.
Hieronder staan twee voorbeelden van fabrikanten die de DMCA op creatieve manieren gebruiken, mogelijk niet voor doeleinden die in de oorspronkelijke auteursrechtbepalingen worden genoemd.
Inkjetprinterfabrikanten verdienen niet veel geld wanneer je een printer koopt; hevige concurrentie drukt de prijzen tot hun marginale kosten. In plaats daarvan maken de fabrikanten winst wanneer je een nieuwe inktcartridge koopt. Lexmark, een printerfabrikant, ontwikkelde een technologie waardoor printers cartridges alleen konden gebruiken als ze een digitale handtekening van Lexmark hadden; bijvullen was ook niet mogelijk. Een ander bedrijf pikte dat op en bracht cartridges op de markt die wel werkten met Lexmark's printers. Lexmark klaagde ze aan op grond van de DMCA en claimde een schending van het auteursrecht, omdat het andere bedrijf het piepkleine programma in de cartridge dat voor de handtekening zorgde kopieerde. Na verschillende beroepszaken (een technisch juridisch aspect van de zaak ging naar het Hooggerechtshof) was de uiteindelijke beslissing in het nadeel van Lexmark; wat ze deden werd niet beschouwd als een legitiem gebruik van de DMCA.
Als je vroeger de kleine lettertjes op de achterkant van een dvd-hoesje bekeek, las je zoiets als 'deze dvd is gelicentieerd voor verkoop in Europa', of 'Noord-Amerika en Europa'. Deze beperking werd afgedwongen door DRM. Je dvd-speler wist in welke regio hij zich bevond. Je mocht de regiocode van de dvd-speler wel wijzigen, maar enkel tweemaal, daarna weigerde de dvd-speler de regio verder aan te passen.
Het doel van dit systeem was om filmbedrijven in staat te stellen dvd's goedkoop te verkopen in arme landen, maar duurder in rijke landen. Zonder regiocodering zouden men dvd's uit arme landen importeren en in rijkere landen doorverkopen. Regiocodering kon ook worden gebruikt om verschillende versies van een film in verschillende regio's mogelijk te maken, om zo rekening te houden met verschillende censuurregels, bijvoorbeeld over politieke standpunten of over seksualiteit.
Zo'n regiocoderingssysteem werd mogelijk gemaakt door de DMCA, hoewel het in de praktijk vaak genegeerd werd, omdat de dvd-codering al vóór de DMCA was gekraakt. Er zijn argumenten aangevoerd dat regiocodering in strijd was met vrijhandelsverdragen die de meeste beperkingen op export van goederen van het ene naar het andere land verbieden. Het zou zeker een schending van het verdrag zijn geweest als de Amerikaanse regering regiocodering had uitgevonden, maar omdat het een uitvinding van particuliere bedrijven is, werd de kwestie nooit beantwoord. Wel kon de DMCA zelf gezien worden als een overheid die de regiocodering afdwingt.