Herhaling debuggen

Op deze pagina ga je herhalen wat je geleerd hebt over debuggen in Snap!

Debuggen is het identificeren en oplossen van fouten in computerprogramma's.

Men sprak waarschijnlijk al lang geleden over fouten als 'bugs', zoals wanneer insecten storingen gaven op de radar tijdens de Tweede Wereldoorlog. Sommige bronnen gaan zelfs terug tot de middeleeuwen. Hieronder een mooi gedocumenteerd voorbeeld van een opgespoorde 'bug' uit 1947: een mot kwam te vast te zitten in het relais van een computer. Je ziet een pagina uit het notitieboekje van computerpionier Grace Hopper, over the 'case of a bug being found', met de mot erbij geplakt:

Tips

Snap!-tools om te debuggen en te ordenen

1. Gebruik om pauzes in je code te plaatsen en op je eigen tempo door de code te gaan.
Zie Hoofdstuk 2 Les 2 Pagina 4 'Mandala-ontwerp'.
2. Gebruik blokken in Snap! om informatie over de staat van je programma te krijgen terwijl het bezig is. Zie Hoofdstuk 1 Les 3 Pagina 7 'Geometrische ontwerpen'.
3. Gebruik Stapsgewijs Programmaverloop om zelf te bepalen hoe snel Snap! door de blokken van je code gaat. Zie Hoofdstuk 2 Les 4 Pagina 2 'Fractals.
4. Bekijk de waarden van variabelen en sprite-eigenschappen. Je kunt deze waarden zichtbaar maken door op een functie te klikken: de checkbox naast een variabele of naast een sprite-eigenschap in het palet. Het kan ook met behulp van .
Zie Hoofdstuk 2 Les 1 Pagina 2 'Debuggen en je Raad-het-getalspel uitbreiden' .
5. Documenteer je programma met behulp van opmerkingen.
Zie Hoofdstuk 1 Les 3 Pagina 3 'Blokken met invoer' .
6. Houd je code netjes. Verwijder ongebruikte blokken en gebruik Snap! 's opruimen-functie om je code te organiseren. Zie Hoofdstuk 1 Les 3 Pagina 4 'Pas je molen aan'.
7. Gebruik namen die iets betekenen voor blokken en variabelen. Sommige programmeurs proberen tijd te besparen door hun variabelen namen te geven zoals x. Maar als ze dit vergeten en een andere variabele ook x noemen, kunnen bugs onstaan. Dus, om jouw programma begrijpelijker te maken, en het makkelijker te kunnen debuggen, gebruik je namen die iets betekenen, zoals horizontal position.
8. Gebruik abstractie door complexiteiten in je code te identificeren en te isoleren tot aparte onderdelen. Abstractie is een manier van denken: je stopt wat details in één deel van je code en zorgt dat die code werkt, dan kan je dat als een vertrouwd element gebruiken, net alsof het al in Snap! ingebouwd zat. Op die manier kun je stukjes code één voor één bouwen en testen, waardoor eventuele bugs automatisch geïsoleerd worden.
TerugVolgende